SV | Misschien zal hunlieder smeking voor des HEEREN aangezicht nedervallen, en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg; want groot is de toorn en de grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk heeft uitgesproken. |
WLC | אוּלַ֞י תִּפֹּ֤ל תְּחִנָּתָם֙ לִפְנֵ֣י יְהוָ֔ה וְיָשֻׁ֕בוּ אִ֖ישׁ מִדַּרְכֹּ֣ו הָרָעָ֑ה כִּֽי־גָדֹ֤ול הָאַף֙ וְהַ֣חֵמָ֔ה אֲשֶׁר־דִּבֶּ֥ר יְהוָ֖ה אֶל־הָעָ֥ם הַזֶּֽה׃ |
Trans. | ’ûlay tipōl təḥinnāṯām lifənê JHWH wəyāšuḇû ’îš midarəkwō hārā‘â kî-ḡāḏwōl hā’af wəhaḥēmâ ’ăšer-diber JHWH ’el-hā‘ām hazzeh: |
Misschien zal hunlieder smeking voor des HEEREN aangezicht nedervallen, en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg; want groot is de toorn en de grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk heeft uitgesproken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Misschien zal hunlieder smeking voor des HEEREN aangezicht nedervallen, en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg; want groot is de toorn en de grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk heeft uitgesproken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!